Hij komt binnen en kijkt me strak aan. Ik glimlach als ik me realiseer hoe waanzinnig mooi ik hem vind. Zijn ogen staan beslist en ik vind rust in die blik van zelfbewustzijn. Hij kust me, niet eens hard, maar wel dwingend. Ik voel me week worden, mijn buik kriebelt, ik wieg heen en weer op mijn puddingbenen. Zijn sterke armen om me heen, over mijn rug, om mijn schouders, een hand in mijn nek, daarna op mijn hals. Ik hap naar adem. Hij blijft kijken. Kust me opnieuw. Zegt iets wat ik niet versta en loopt door.
Hij gaat op de bank zitten en ik kniel aan zijn voeten. Met trillende vingers maak ik de veters los en voorzichtig trek ik zijn schoenen uit. Masseer zijn voeten terwijl ik om me heen op de grond naar zijn pantoffels zoek. Er is niets meer dan hij en ik, deze kamer, het suist in mijn hoofd en zijn woorden stromen als water langs mijn lijf. Geen telefoon, geen mail, geen afspraken. De komende uren zijn alleen voor ons. Sloffen, waar… oh, daar, ik reik en trek ze hem aan. Hij aait me door mijn haren.
Dan trekt hij me op schoot, kust en streelt me met eindeloze tederheid. In zijn armen spin ik als een poesje en langzaam voel ik me wegzakken. Nergens anders voel ik me zo sterk en tegelijkertijd zo klein. Hij kijkt me aan en slaat me vanuit het niets hard op mijn rechterwang. Ik schrik niet eens, ik lach, zucht, word verlegen, kijk hem blij en dromerig aan. De tweede klap komt. En de derde. Ik piep en kir en geniet. Nu ben ik helemaal van hem.
Ik had het niet verwacht, vandaag. Ik wist dat hij hier zou zijn, uit praktische overwegingen, maar ik had gedacht dat hij moe zou zijn na het netwerken (want da’s net werken) en zit hier in mijn poezelige Hausanzug in plaats van in het sexy korset dat hij me kocht. Maar het geeft niet. Het decorum doet er niet toe. Ik voel me naakter dan naakt en volledig geaccepteerd, geliefd, gekoesterd.
Doortastend helpt hij me overeind en ik sta als een pilaar midden in de kamer. Toe te kijken hoe hij zijn sabeltas pakt en het wapen eruit haalt. Hij zwiept ermee door de lucht en van het geluid krijg ik rillingen over mijn rug. Ik word verlegen, durf niet meer te kijken. Dan voel ik weer die grote warme hand. Hij leidt me. Zet me op een goede plek, voor een meubel om voorover tegenaan te leunen. Ik laat alles los, steek mijn billen de lucht in en wacht.
De sabel tikt en prikt. Hij plaagt me. Ik kan maar moeilijk stil blijven staan. Alles in mijn lijf is zacht en toch vol aandacht. Dan haalt hij uit. Het zwiept. Het striemt. Stokslagen van metaal. Ik word dronken van geluk en genot. Dit doet het voor me. Alle controle uit handen. Warmte golft door mijn lichaam en balt zich samen in mijn onderbuik. Ik hoef niks te controleren, ik druip en ik weet het. Hij trouwens ook.
Ook over mijn wangen voel ik het warm en nat worden. Ik huil. Van geluk, pijn, emotie, intensiteit. Ik huil alle stress en angsten weg, alsof hij ze eruit geslagen heeft. Net als ik denk dat ik het niet meer verdraag nog langer gemept te worden houdt hij op. Ik hoor de sabel op de grond vallen, wegrollen. Het is afgelopen. Ik heb het doorstaan. Goed gedaan, poes.
Zijn grote handen houden mijn warme billen vast en in één beweging komt hij in me. Ik kreun, beweeg mee en terug, wil meer. Het golft in me, ik gil als ik klaarkom. Dan draait hij me om, weer op mijn knietjes bij hem, weer die strakke blik. Ik mag heel even pijpen, likken en hem diep achterin mijn keel voelen stoten. Dan trekt hij zich af in mijn mond. Ik slik met open mond. Lik hem en mijn lippen schoon. Ik wil hem tot de laatste druppel.